Rupsen grootbrengen tot vlinder

Antherina suraka vlinder close-up

Inmiddels is de eerste vlinderserie klaar van de Antherina suraka mot. De rupsen zijn na vier weken begonnen met verpoppen en inmiddels is de eerste vlinder uit de cocon gekropen. Ook deze stadia heb ik natuurlijk gefotografeerd. Het verzorgen van de rupsen ging prima, al was het nog even spannend hoe lang ze precies rups zouden zijn en wanneer ik ze moest fotograferen. Het verzorgen van de volwassen vlinders vond ik minder makkelijk.

De langzame transformatie tot pop

De verzorging van de rupsen is allemaal prima verlopen. Op het einde gingen ze erg veel eten, waardoor ik ze steeds vaker moest voeren, maar dit was nog steeds prima te doen. Het verpoppen is erg interessant om te volgen. De rups spint eerst een cocon van draadjes om hierin langzaam in een pop te veranderen. Ik had verwacht dat ze dit hangend zouden doen, maar de meeste rupsen hebben het keukenpapier op de bodem van hun verblijf gekozen als basis voor hun cocon. Dat heb ik na het verpoppen voorzichtig van de rest losgeknipt en de poppen met kleine speldjes in de vlinderkooi opgehangen.

Zwaar leven als vlinder

Na ongeveer 7 weken kwam de eerste vlinder tevoorschijn. Dit bleek een mannetje te zijn. Ik vond het jammer dat dit er maar eentje was en hij het zonder soortgenootjes moest stellen. Bij de Antherina suraka is het vlinderstadium sowieso niet echt diervriendelijk. Hun voornaamste taak als vlinder is om een partner te vinden en zich voort te planten. Moeder natuur was van mening dat ze hiervoor geen extra voedsel nodig hebben, dus de A. suraka heeft als vlinder geen mond en spijsverteringskanaal.

Leven in gevangenschap; stress of juist geen stress?

Ik heb toch wel moeite gehad met het houden van deze vlinders in een kooi, zonder dat ze de ruimte hadden om veel rond te vliegen. Omdat ik binnenkort koolwitjes wil gaan fotograferen heb ik contact met medewerkers van de Vlinderstichting. Ik heb hen natuurlijk deze serie laten zien en het over mijn ervaringen gehad. Hun antwoord heeft me toch wel aan het denken gezet. Ze schreven:

‘De vlinder leeft meestal maar een aantal dagen is eigenlijk vooral een voortplantingsmachine. In zijn (of haar) korte leven moet een vlinder zo snel mogelijk een soortgenoot vinden, paren en eitjes leggen om de volgende generatie veilig te stellen. In de natuur is dat niet altijd even makkelijk en nog gevaarlijk ook: voor je het weet wordt je door een vogel gepakt of door een sluipwesp geparasiteerd. Vlinders zijn dus helemaal niet zo ‘zorgeloos aan het fladderen’, dat is iets wat wij mensen ervan maken. Een vliegende vlinder is altijd op zoek: ofwel naar een soortgenoot, ofwel naar een plek om eitjes te leggen. Zodra de voortplanting is geslaagd is een vlinder ‘klaar’: hij vliegt hooguit nog een paar dagen en gaat dan dood. In een kooi ben je erg veilig (geen vijanden), je soortgenoten zijn altijd in de buurt dus paren en voortplanten gaat snel en gemakkelijk. Het heeft natuurlijk wel de voorkeur om dieren daarna vrij te laten, maar een vlinder in een kooi is dus wel iets anders dan een tijger of een hond.’

Betere oplossing

Hierdoor voelde ik me toch iets minder schuldig en ik ga ook anders aankijken tegen de vlinders buiten en de gevaren die zij moeten trotseren. Desalniettemin wilde ik toch een betere oplossing voor de overgebleven poppen vinden. Deze zijn de afgelopen week naar een kennis verhuisd, die werkzaam is in de Botanische Tuin Utrecht. Daar kunnen ze hopelijk wel zorgeloos rondfladderen in de vlinderkas en voor nieuwe generaties zorgen.

Bekijk de fotoserie van deze prachtige vlindersoort hier

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *