Bijzondere huisbewoners; de Grote Trilspin

Grote Trilspin met eitjes

We kennen ze allemaal, de spinnen met de lange poten en het kleine lijfje, die we op de meest gekke plekken in huis tegenkomen. De meesten van ons zijn niet blij met hun aanblik, maar als je jezelf wat meer in ze verdiept, blijken het toch wel bijzondere wezentjes te zijn.

Allemaal kleine spinnetjes

Het begon allemaal toen ik plotseling allemaal kleine spinnetjes op het plafond in de wc zag zitten. Blijkbaar had mama spin een nest en waren de kleintjes net uitgekomen. Een spin had ik nog niet gefotografeerd voor Development, dus dit was een mooie gelegenheid hiervoor. Ik besloot om een faunabox in te richten als verblijf en er een aantal te vangen en daar in te zetten. Maar dat betekende ook dat ik ze 7 weken lang zou moeten verzorgen. Maar hoe doe je dat? Ik had deze spinnen al duizenden keren in huis gezien, maar me eigenlijk nog nooit afgevraagd wat voor dieren het precies waren en welke soort het was. Dus ging ik op onderzoek uit.

Spin of Hooiwagen?

Ik besloot om een berichtje met een foto van de moeder (helaas gemaakt met mijn telefoon dus eigenlijk niet duidelijk genoeg) in de reptielen/terrarium groep op Facebook te plaatsen. Daar kwamen 2 verschillende antwoorden op; Hooiwagen en Trilspin. Maar wat was het juiste antwoord? Door verder te lezen op internet kwam ik erachter dat er een duidelijk verschil is tussen Spinnen en Hooiwagens; bij een Hooiwagen is het lijf en de kop één geheel, terwijl een spin een apart lijf en een aparte kop heeft. Op de eerste foto van de jonge spin zag ik duidelijk een aparte kop, Het was dus een Trilspin en geen Hooiwagen, maar daarmee was ik er nog niet. In Nederland komen namelijk drie soorten Trilspinnen voor en ik moest de exacte soort weten. Daarom heb ik de hulp ingeroepen van Bram Langeveld, conservator van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam. Via hun spinnenexpert kreeg ik de bevestiging dat het om de Grote Trilspin, Pholcus phalangioides ging.

Spin met broedzorg

De Grote Trilspin blijkt een bijzondere eigenschap te hebben; de vrouwtjes hebben broedzorg. Ze leggen hun eitjes in een soort bolletje, waar ze continu bijblijven, totdat ze uitkomen. Zo zorgen ze ervoor dat de eitjes veilig zijn voor eventuele vijanden. Ook de eerste dagen nadat de spinnetjes uitgekomen zijn, blijft moeder spin in de buurt en helpt ze met voedsel zoeken. Zodra ze dat zelf kunnen, gaan ze allemaal hun eigen weg. Omdat ik voor het project de kleintjes vanaf dag 1 moet fotograferen en apart zetten, moest ik de rol van hun moeder overnemen en voor voedsel zorgen. Maar wat voer je een spin? De beste oplossing leek me fruitvliegjes. Deze worden in dierenwinkels verkocht om bijvoorbeeld Gifkikkers mee te voeren. Dat leek me het juiste formaat prooi voor de jonge spinnen en er zitten veel vliegjes in de potten, zodat er altijd voldoende voedsel voorhanden is. Dus ben ik een pot gaan halen en heb ik een aantal fruitvliegjes in de faunabox gedaan. De jonge spinnen bleken dit prima voedsel te vinden.

In plaats van bang nieuwsgierig

Door de fotoserie ben ik toch wel anders naar spinnen gaan kijken. Ik was niet heel erg bang, maar vond het ook niet prettig als ze te dicht in de buurt kwamen. Nu denk ik vaak ‘Hé, een Trilpsin, even kijken.’ Ik zette de spinnen altijd buiten als ik er eentje tegenkwam, maar nu laat ik ze vaker zitten. Want eigenlijk zijn het heel nuttige diertjes, die niemand kwaad doen.

Pasgeboren spin

Bekijk hier de fotoserie van deze soort

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *